"Dat potje Tipp-ex hebben we niet meer nodig"
Jeanine Schneijdenberg-Massar is OMWB’er van het eerste uur. Als ondersteunend medewerker heeft ze in tien jaar tijd heel wat zien veranderen.
Hoe was jouw start bij de OMWB tien jaar geleden?
“Ik werkte bij de RMD als ondersteunend medewerker Bodem en ik ging net als veel collega's automatisch over naar de OMWB. Jammer genoeg had driekwart van mijn collega's daar niet zo'n trek in. Ik was er daar niet één van. Ik ging met een open vizier. We zien het wel. Negatief doen, daar heb je alleen jezelf mee.”
Waar kwam je destijds terecht?
“In een pand zonder voorzieningen. Er waren alleen bureaus en computers. Geen systemen, nog geen frankeermachine! Dan kun je niet zoveel. Brieven gingen op de post met losse postzegels erop. Wekelijks kregen we updates van de leiding en elke week kregen we te horen dat er niks verbeterd was. Tot we na een paar weken konden gaan werken met SBA en Synergy. Dat waren de eerste systemen. Voor ons als RMD’ers bekend en vertrouwd.”
Hoe heb je de digitale middelen zien veranderen?
“Toen ik begon tien jaar geleden ging ál onze correspondentie nog via de post. Brieven, met beschikkingen erbij, moesten stuk voor stuk met de hand ondertekend worden door teammanagers. Het origineel én een roze kopie die het archief in ging. Daarom liepen we met een aantal collega's elke dag rondjes door het gebouw met een ouderwets vloeiboek te sjouwen, met daarin al die brieven. Op zoek naar de teammanager. We hadden wel drie of vier volle boeken per dag, met daarin ongeveer 23 brieven. En moest er iets geanonimiseerd worden dan werkte je die woorden weg met Tipp-ex. Vervolgens scande je het document weer in en printte het opnieuw uit. Tegenwoordig mailen we bijna alles en kunnen we digitaal anonimiseren. Dat potje Tipp-ex hebben we niet meer nodig. Per week versturen we nog een handjevol brieven. Het scheelt veel tijd. Je was soms met één vergunning wel een halve dag bezig! Nu mail je tien instanties tegelijk. Tegelijkertijd had het ook wel z'n charme. Je kwam veel collega's tegen als je met het boek het hele gebouw doorliep.” (tekst gaat verder onder de afbeelding)
Welke veranderingen heb je nog meer gezien de afgelopen tien jaar?
“Zoveel! De komst van Afas en Squit was een verbetering. De komst van een vertrouwenspersoon. De catering. Tijdschrijven. Laptops. Er kwamen steeds meer voorzieningen. Collega's wisselden van posities. Ik heb misschien wel tien verschillende teammanagers gehad. Daarnaast is ons werk uitgebreid. Tien jaar geleden waren veel minder mensen bezig met energie, lucht en RO. Ook asbest is als specialisatie veel later ingevoerd.”
Hoe heb je de sfeer op de werkvloer zien veranderen?
“De sfeer is in tien jaar een hoop verbeterd kan ik je vertellen. In het begin zaten veel collega's nog op hun eigen gemeente-eilandje. Weinig contact met collega's en daar ook niets aan willen veranderen. Nu is er veel meer samenwerking en collegialiteit! Er komt steeds meer nieuwe aanwas en jong bloed. Die onze werkwijze soms grappig genoeg nog steeds ‘oubollig’ vindt. Had je hier tien jaar geleden moeten zitten, zeg ik dan.”