[in profiel] René Ernst, constructeur/bouwplantoetser
Constructieve veiligheid moet staan als een huis
“Áls het fout gaat, is het ook meteen landelijk nieuws.”
Wat is noodzakelijk voor een veilige leefomgeving? Nou, dat bedrijfspanden niet instorten bijvoorbeeld. Constructeur en bouwplantoetser René Ernst ziet daar al twee jaar voor de OMWB in onze regio op toe.
René beaamt dat zich in Nederland gelukkig zeer zelden incidenten voordoen. “Maar áls het fout gaat, is het ook meteen landelijk nieuws”, zegt hij. “Een parkeerdek dat instortte bijvoorbeeld. Zoiets ziet er niet alleen desastreus uit, maar roept bij mij ook de vraag op wat er in hemelsnaam in de voorbereidende constructieve fase verkeerd is gelopen. De ervaring leert dat de oorzaak niet te herleiden is naar één individu die een verkeerde inschatting heeft gemaakt, maar dat het hele traject dat eraan voorafging in meerdere opzichten rammelde. Zoiets wil ik te allen tijde zien te voorkomen.”
Focus René zat eerder, zoals hij het zelf noemt, “aan de ontwerpende kant van de tafel”. Na zijn studie bouwkunde aan de Technische Universiteit in Eindhoven, afgestudeerd in constructief ontwerpen, werkte hij twintig jaar lang voor een ingenieursbureau en deed dat met plezier. Hij maakte berekeningen, bedacht constructies voor woningen, appartementencomplexen en bedrijfspanden. Die moesten vanzelfsprekend niet alleen functioneel zijn maar ook verantwoord en dus veilig. Met de OMWB als werkgever is zijn focus nu van het ontwerpen verschoven naar het controleren. Een bijzondere en specifieke taak van de dienst, waarbij zijn ruime ervaring en kritische blik goed van pas komen. (tekst gaat verder onder de foto)
Drie s’en René beoordeelt alle tekeningen en berekeningen die binnenkomen met de verschillende bouwaanvragen. Hij kijkt dan naar zaken als brandveiligheid, bouwfysica en ventilatie, maar zijn expertise ligt met name in het aspect ‘constructieve veiligheid’. “Een bedrijfsgebouw moet bijvoorbeeld bij afwijkende weersomstandigheden op zijn plek blijven. Ook moet de constructie zodanig zijn ontworpen dat het de gangbare belasting kan dragen, dus alle industriële bedrijvigheid die de ondernemer met zijn pand voor ogen heeft. Daar toets ik op. Daar hebben we Europese normen voor met Nederlandse bijlagen, terug te vinden in het Bouwbesluit, die leidend zijn voor wat is toegestaan en wat niet. Gangbaar in ons vakgebied zijn de drie s’en: sterkte, stijfheid en stabiliteit. Bij sterkte gaat het bijvoorbeeld om een stalen kolom in een gebouw die niet mag bezwijken onder de belasting. Stijfheid gaat over de doorbuiging van die kolom. Stabiliteit is een lastigere, hierbij gaat het om constructief inzicht in de gehele constructie, die in evenwicht moet blijven onder alle omstandigheden. Een architect bedenkt iets, maar een constructeur moet uiteindelijk kunnen overzien of het ook standhoudt. Een goede architect heeft daar zelf ook al over nagedacht, dat het ook écht maakbaar is.” Bouwplannen Naast het beoordelen van constructies, wat onderdeel is van de technische toetsing aan het Bouwbesluit, toetst René de bouwplannen ook op onder andere brandveiligheid, energiezuinigheid, bruikbaarheid en omgevingsveiligheid. Ook wordt de ruimtelijke toets uitgevoerd. “Dit toetsen van een bouwplan gebeurt op grond van het bestemmingsplan van de plek waar gebouwd moet gaan worden”, legt hij uit. “Iedere gemeente hanteert regels die nageleefd moeten worden en weer raken aan aspecten van de bouw op die specifieke plek. We kijken bij de geplande bouw van een fabriek bijvoorbeeld naar de hoogten, breedten, afstand tot de erfgrens, de openbare weg en natuurgebieden.” Veranderingen Kenmerkend voor de huidige tijd is dat de energietransitie en verduurzamingsambities tot veranderingen in de bouw leiden. René weet nog wel een mooi voorbeeld. “Het Skyline-project van Shell Moerdijk. Het bedrijf zegt door het huidige aantal van acht verbrandingsinstallaties te vervangen door vier nieuwe, de landelijke CO2-uitstoot met één procent te kunnen verlagen. Zulke grote rigoureuze aanpassingen vormen binnen mijn werkvoorraad de krenten in de pap. Op dit moment zie je bij bedrijven met een lange geschiedenis ook de wens ontstaan om oude bestaande fabriekspanden zodanig aan te passen of uit te breiden en tegelijkertijd te borgen dat ze aan de huidige maatstaven kunnen voldoen. Daar komen vaak mooie uitdagende plannen uit voort waar ik mij over mag buigen. Het constructieve vakgebied is weliswaar klein maar juist mijn controlerende rol die ik nu al twee jaar vervul biedt mij een nog breder spectrum van hoe de bouw en de bijbehorende technieken zich ontwikkelen en hoe we daar als overheid op een zorgvuldige manier op toezien.”
"Een goede architect heeft zelf al nagedacht of het ook écht maakbaar is."