Afzwaaiende relatiemanager stond aan de wieg van de omgevingsdienst
“De OMWB voelt voor mij nog steeds als ‘mijn kindje’, hoewel dat kindje natuurlijk al wel volwassen is geworden”, schreef hij in zijn afscheidsbrief. Marc Langenhuijsen (66) stopt als relatiemanager bij de OMWB. Als er iemand aan de wieg stond van de omgevingsdienst was hij het. Een persoonlijke terugblik.
Als Marc in april zijn eerste pensioen en AOW ontvangt, trekt hij de deur van de OMWB achter zich dicht. Maar stoppen met werken doet hij niet. Z’n agenda voor de rest van het jaar (en daarna) zit aardig vol. Verschillende klussen op het snijvlak van omgeving en overheid. Zo gaat hij zich intensiever bezighouden met het milieu-vakblad ‘Journaal Bodem & Omgeving’ (waarvan hij al langere tijd hoofdredacteur is). Ook gaat hij meer lesgeven voor de Bestuursacademie Nederland. Daarbij gaat het om verschillende cursussen over milieuwetgeving, maar ook bijvoorbeeld over ‘Hoe werkt de gemeente’. Reuring De geboren Tilburger kwam als afgestudeerd chemisch technoloog bij de gemeentelijke milieudienst terecht. Opmerkelijk genoeg legde zijn oudere broer Cas precies dezelfde route af. De een bij de gemeente Breda, de andere bij de gemeente Tilburg en later samen als collega’s bij de OMWB. Is het een groen gezin waar hij uit komt? Een echte milieuman van thuis uit? “Ja en nee; milieu is misschien wel de rode draad, maar mijn fascinatie is breder. Ik heb 28 jaar bij de gemeente Breda gewerkt. Ik ben er als milieuambtenaar begonnen maar als directeur publiekszaken vertrokken. Daar vielen ook bijvoorbeeld de afdelingen bouw- en woningtoezicht, belastingen en burgerzaken onder. Ik heb veel verschillende dingen gedaan. Dat past ook bij mij. Je moet me niet drie jaar op een zelfde plek zetten. Ik hou van afwisseling. Er moet reuring, verandering, dynamiek zijn; dan ben ik op mijn best.” Pionieren Marc glundert nog als hij vertelt hoe hij in Breda vertrok om als ‘kwartiermaker’ voor de latere OMWB aan de slag te gaan. “Ik gaf leiding aan een dienst waar 320 mensen werkten om vervolgens ‘in het niks te stappen’. Ik kreeg een secretaresse mee en mocht het uitzoeken. Het was een geweldige ontdekkingstocht. Er was niks; het was puur pionieren. Leuk, en ook spannend. Of het zou lukken, was zeer de vraag, want er was ook genoeg weerstand. Verandering ervaren mensen met een veilige baan al gauw als een bedreiging. De uitkomst was totaal onzeker. Ik vond het prachtig.” De toenmalige gemeentesecretaris van Breda Nico van Mourik (later ook directeur van de OMWB) zette Marc in 2009 op het spoor om het voorwerk te doen om tot een omgevingsdienst te komen voor West-Brabant. Later kwam daar -onder druk van de provincie- ook Midden-Brabant bij. (tekst gaat verder onder de foto)
"Verandering ervaren mensen met een veilige baan al gauw als een bedreiging. De uitkomst was totaal onzeker. Ik vond het prachtig."
"Op ons werkgebied heb je veel vakspecialisten. Generaliserend zeg ik dat zij snel gefocust zijn op hun specifieke werk. Ik heb oog voor sociale verhoudingen en welbevinden van mensen. Ik kijk hoe ons werk ervaren wordt."
Moetje “De wetgever had verplicht gesteld dat er een omgevingsdienst moest komen. Organiseer het maar. Het was een moetje. Dan word je als kwartiermaker niet overal als vriend binnengehaald. Konden milieuambtenaren in Roosendaal vroeger bij wijze van spreken op de fiets naar het werk, nu moesten ze opeens dagelijks twee uur reizen. De beginjaren waren om allerlei redenen ontzettend lastig. Je kwam aan het werk van mensen. Je was voor sommigen de vijand. Men was een bepaalde werkwijze gewend en wilde daar aan vasthouden. Daar moet je mee om weten te gaan. Dat vind ik interessant. Ik heb er veel mensenkennis door gekregen. Als er naar organisaties wordt gekeken gaat het vaak over hokjes. Afdeling zus en zo, functie zus en zo; maar het allerbelangrijkste bij een organisatie is hoe de informele lijntjes lopen. Dat moet je zien te doorgronden als je echt iets wilt bereiken of veranderen. Het gaat altijd om de mens; niet om de organisatie zoals die er op papier uitziet.” Aanvullend hierop benadrukt Marc dat het zo belangrijk is dat de werkelijke talenten van mensen gezien worden. Iemand die boekhouder is kan misschien wel heel erg goed communiceren. Dan is het de kunst om die kracht aan te boren. In plaats van hokjesgeest waarin iedereen een etiket krijgt opgeplakt. Kijk ook waar mensen plezier uit halen. Arbeidsvreugde; nog zo’n belangrijke drijfveer om het beste uit mensen te halen.” Marc wijst op een collega binnen de OMWB die de kans kreeg om als administrateur toezichthouder te worden. “Omscholen en gaan. Die is zo geweldig opgeleefd. Fantastisch om te zien.” Ogen en oren Marc is een verbinder met gevoel voor humor; die kwaliteit is bij de opzet van de OMWB en ook bij het werk van de omgevingsdienst heel welkom gebleken. “Op ons werkgebied heb je veel vakspecialisten. Generaliserend zeg ik dat zij snel gefocust zijn op hun specifieke werk. Ik heb oog voor sociale verhoudingen en welbevinden van mensen. Ik kijk hoe ons werk ervaren wordt. Ik signaleer knelpunten en draag oplossingen aan. Ik weet daarvoor de mensen te vinden. Ik zorg dat het voor elkaar komt; niet op basis van autoriteit maar op basis van relatie. Daar is een sterk netwerk voor nodig. Daar besteed ik veel aandacht aan.” De laatste jaren was hij relatiemanager van de OMWB. “De oren en ogen van de organisatie. Continu in contact met de gemeentes. Luisteren wat ze willen en wat er speelt. Zijn er fricties; dan bespreken wat er beter kan. Dat leg ik dan weer terug in onze organisatie. Dat bespreek ik met teammanagers; ik schets het beeld dat leeft bij de gemeente. Ik spiegel; ik ben niet degene die opdracht geeft om het anders aan te pakken. Ik ben geen hoofd van de afdeling.” (tekst gaat verder onder de foto)
Inzicht Hoe veranderde de chemisch technoloog die lange tijd met bodem en water bezig is geweest gaandeweg in het ‘oliemannetje’ op managementniveau? “Ik heb er geen studie voor gevolgd. Bij mij is het anders gelopen. Bij opleidingsinstituut Schoevers zochten ze vele jaren geleden een docent ‘management & organisatie’ voor de avonduren. Ik heb de stoute schoenen aangetrokken en heb me aangemeld. Drie dagen later stond ik al voor een groep. In de dertig was ik toen. Daar heb ik geweldig veel van geleerd. Jarenlang kreeg ik groepen cursisten tegenover me die uit de meest uiteenlopende organisaties kwamen. Mensen uit het middenmanagement. Overal speelde van alles. Dat werd besproken tijdens de cursus. Ik leerde vooral hoe verschillend organisaties werken; allemaal met sterke en zwakke punten. Ik kreeg de smeuïgste verhalen te horen. Die feedback vond ik echt geweldig. Ik doceerde wat, maar kreeg veel meer terug. Het heeft me veel inzicht gegeven.” Hautain Hoe moeizaam het begin ook was, Marc is trots waar de omgevingsdienst nu staat. “Ik moet nu loslaten. Misschien is het ook wel een goed moment. De Omgevingswet komt er aan. Er zal anders gewerkt moeten worden; de organisatie zal ongetwijfeld worden aangepast. Misschien is het daarom ook wel een natuurlijk moment om er een punt achter te zetten. Maar als ik 55 was geweest, had ik er dolgraag mijn mouwen voor opgerold.” Marc heeft het naar zijn zin gehad bij de OMWB. “Ik blijf ambassadeur.” Wat wil hij nog meegeven? “OMWB, pak je kans! De gemeentes hebben steeds meer moeite om kennis en knowhow op het gebied van milieu op peil te houden. De OMWB kan zich daardoor steeds beter onderscheiden en z’n meerwaarde laten zien. Maar daar hoort wel één voorwaarde bij: blijf goed aangesloten bij de gemeenten en provincie. Voorkom hautain gedrag van ‘wij weten het wel’. Want dan krijg je het deksel op de neus.”
"Ik moet nu loslaten. Misschien is het ook wel een goed moment. De Omgevingswet komt er aan. Er zal anders gewerkt moeten worden; de organisatie zal ongetwijfeld worden aangepast."