[in focus]

Rekenen met stikstof: hoe gaat dat?

De stikstof-stop in ons land vraagt om creatieve oplossingen. Veel kan er niet, wat kan er wel? Voor boeren en bedrijven is het belangrijk om te weten welke ruimte ze hebben. Waar zijn oplossingen mogelijk? Omdat nagenoeg elke uitbreiding van een bedrijf extra stikstofuitstoot met zich meebrengt, zijn bedrijven gedwongen op zoek te gaan naar stikstofcompensatie (de Raad van State verbood in 2019 elke verdere toename van de stikstofbelasting voor de Nederlandse natuur, zie ook de infographic hieronder met daarin uitgelegd wat het effect van stikstof is op de natuur). Hoe werkt dat in de praktijk? Een voorbeeld: een onderneming wil meer bedrijfswagens aanschaffen. Uitlaatgassen zijn een belangrijke stikstofbron (in de vorm van NOx, stikstofoxiden). Voor de uitbreiding zal het bedrijf moeten aantonen dat er door de uitbreiding niet méér stikstof vrijkomt. Een oplossing hiervoor is bijvoorbeeld het bestaande autopark met allemaal diesels te vervangen door elektrische auto’s. Dan ontstaat er stikstofruimte voor uitbreiding. Nog een voorbeeld: een veehouder wil een extra stal bouwen voor meer vee. Dat betekent extra stikstof (in de vorm van NH3, ammoniak). Toch kan het. Bijvoorbeeld als de boer voor de nieuwe stal én ook voor de andere bestaande stallen luchtwassers aanschaft die de totale stikstofemissie terugdringen.

Stikstof en de effecten op de leefomgeving, hoe zit dat nu in praktijk?

Klik op de afbeelding voor een weergave op volledige grootte.

Slimme oplossingen Overal duiken oplossingen op. In de bouw worden steeds vaker container-batterijen gebruikt die opgeladen worden met zonne-energie. Container-batterijen beschikken over genoeg vermogen om de grootste torenkranen van energie te voorzien. Ook zie je in de bouw extra aandacht voor de aan- en afvoer van bouwmaterialen. Steeds vaker worden bouwelementen in de fabriek geprefabriceerd. Met slimme bouwlogistiek zijn veel vervuilende ritten van vrachtwagens en bestelbusjes te besparen. Belangrijke winst is te halen in de landbouwsector. Een veelbesproken onderwerp is het veevoer. Daar zit meer eiwit in dan een dier nodig heeft. Dat leidt tot extra ammoniak uit urine en mest. Dat is een vorm van stikstof. Door het voer aan te passen vermindert de uitstoot. Grote concerns als DSM bieden veevoeradditieven aan om de uitstoot van stikstof te verminderen. Het gaat daarbij om toevoegingen als enzymen en organische zuren die zorgen voor een betere spijsvertering waardoor het voer efficiënter wordt omgezet in vlees, melk en eieren. Tegelijkertijd houden de additieven de dieren gezond. (tekst gaat verder onder de video)

Aerius: dé rekentool voor stikstof Op elke locatie rijst steeds weer de vraag voor elke ondernemer: hoeveel ruimte heb ik om te groeien? Die berekening wordt gemaakt met Aerius. Dit instrument is gemaakt door onder meer het RIVM. Hiermee wordt per natuurgebied heel precies bijgehouden hoe groot de stikstofbelasting is. Aerius bevat onder meer een rekentool. Bedrijven kunnen die gebruiken voor hun vergunningaanvraag. De AERIUS-calculator berekent de stikstofdepositie per bron. De bekendste bronnen zijn verkeer, veehouderijen en industrie. AERIUS kan rekenen op twee niveaus: het niveau van individuele bronnen en het niveau van beleidskeuzes. De AERIUS-calculator geeft informatie over de totale depositie, de achtergronddepositie (de al aanwezige stikstofdepositie van het betreffende Natura 2000-gebied) en de depositiebijdrage van de ingevoerde bronnen. De stikstofdruk wordt uitgedrukt per hexagoon (zeshoekige oppervlaktemaat ter grootte van 1 hectare). In het AERIUS-rekenmodel zijn de Natura 2000-gebieden opgedeeld in hexagonen. Rekeneenheden Binnen de AERIUS-calculator zijn allerlei rekeneenheden bepaald. Zo geldt bijvoorbeeld voor een koe 13 kilo ammoniak uitstoot per hectare per jaar. Soortgelijke eenheden zijn vastgesteld voor voertuigen, verbrandingsmotoren, installaties in de industrie, et cetera. Op basis van de berekening van de AERIUS-calculator is het aan de bedrijven om aan te tonen dat er maatregelen worden genomen waardoor voldoende stikstofruimte wordt gecreëerd om een bepaalde uitbreiding of vernieuwing door te voeren. Het uitgangspunt is dat de stikstofdruk niet groter mag worden. Hoeveel stikstofbelasting een natuurgebied aan kan hangt af van de planten die er groeien in het naburige Natura 2000-gebied. De ene plant is gevoeliger voor stikstof dan een andere. Op basis van de bestaande flora is per natuurgebied een kritische depositiewaarde (KDW) bepaald. Zolang de totale stikstofbelasting daarboven zit mag er niets bijkomen. Daar moeten omliggende industrieterreinen en veehouderijen mee dealen.

"Alles bij elkaar is het hele stikstofverhaal een ingewikkeld, ondoorzichtig woud aan regels. Dat komt onder meer doordat er steeds nieuwe gerechtelijke uitspraken bijkomen."

Hoe kan een bedrijf uitbreiden? Stel, een onderneming wil zijn productie verhogen en wil daarvoor een extra hal bouwen om het machinepark uit te breiden. Daarvoor moeten twee stikstofberekeningen gemaakt worden. Namelijk een berekening voor de tijdelijke stikstofbelasting tijdens de bouwfase (vrachtwagens die af en aan rijden, machines op de bouwplaats, etc.). En een berekening voor de blijvende, nieuwe situatie. Stel, het resultaat van de AERIUS-berekening is dat er 1 mol stikstof bijkomt (mol is een scheikundig begrip om een hoeveelheid stof van een materie uit te drukken). In de vergunningsprocedure zal het bedrijf dan moeten aantonen hoe die 1 mol wordt gecompenseerd. Dat wordt salderen genoemd. Het betreffende bedrijf kan intern of extern salderen. Intern salderen houdt in dat het bedrijf binnen het eigen bedrijfsproces gaat zoeken naar maatregelen die de stikstofuitstoot verminderen. Bij extern salderen wordt buiten het eigen bedrijf gezocht naar een oplossing. Een voorbeeld: bedrijf A heeft een buurman, de eigenaar van bedrijf B. De buurman wil stoppen met zijn bedrijf. Dan kan bedrijf A de stikstofruimte van bedrijf B kopen. Zeventig procent van die ruimte mag bedrijf A dan gebruiken voor de uitbreiding van de eigen activiteiten. Dit soort deals worden vaak gesloten tussen boerenbedrijven. Het ene bedrijf stopt, het andere breidt uit. De natuur wordt er beter van omdat dertig procent van de stikstofruimte wordt ingeleverd. Werkt het systeem? Het verlenen van milieuvergunningen en het toezicht houden hierop is een hoofdtaak van de OMWB. Beleidsmedewerker Paul Verreijt: “Alles bij elkaar is het hele stikstofverhaal een ingewikkeld, ondoorzichtig woud aan regels. Dat komt onder meer doordat er steeds nieuwe gerechtelijke uitspraken bijkomen. Vrij recent heeft de rechter bijvoorbeeld bepaald dat intern salderen vergunningsvrij is. Dat is moeilijk te controleren.” Voordeel van deze uitspraak is dat de OMWB niet voor elke bedrijfswijziging een nieuwe natuurtoestemming hoeft te verlenen. Zolang het bedrijf maar binnen de bestaande, vergunde rechten blijft. “Wat we veel zien is dat bedrijven in berekeningen handig uitgaan van moderne emissieloze machines en apparaten. Maar bij controle later blijkt dat er hele andere apparaten zijn geïnstalleerd. Als reden krijgen we dan te horen dat de nieuwe installaties nog niet konden worden geleverd of zoiets. Op papier ziet het verhaal er prima uit, alleen blijkt de praktijk vaak anders. Je hebt stikstof op papier en stikstof in de praktijk; dat zijn twee verschillende werelden.”

Meer lezen over het werk van Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant?

Abonneer je op OMWB [in beeld]