[de plek van] Corné Linschoten

'Chemische troep is nergens voor nodig'

Met het oog op een leefbare toekomst is driekwart van de jonge boeren bezig met het verduurzamen van hun agrarisch bedrijf (blijkt uit onderzoek van het NAJK). Boer Corné Linschoten uit Lage Mierde is een mooi voorbeeld. Een boer die in 2016 de omslag maakte naar biologische landbouw en weigert om nog langer chemische bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat (Roundup) te gebruiken, geheel in lijn met de steeds strengere regelgeving. “Dat gebruik is ook helemaal niet nodig.”

Corné heeft samen met zijn ouders een biologisch melkveebedrijf op zo’n 100 hectare grond. Het bedrijf zorgt zelf voor het voer (gras en graan) en het stro voor de 70 melkkoeien, 50 vleeskoeien en 50 kalveren. Het is een gesloten kringloopbedrijf zonder mestoverschot. Corné is er trots op. “Voor ons hoeft er geen krachtvoer uit Brazilië gehaald te worden. Wij telen hier alles zelf. Een extensief bedrijf dat groot genoeg is om er twee gezinnen van te onderhouden.” In 2016 besloten Corné en zijn vader om het roer om te gooien. “De ontwikkeling richting industrie-landbouw beviel ons niet. Het is gewoon niet gezond. We zijn toen omgeschakeld naar biologisch. Voordat je ook erkend wordt als ecologische boer moet eerste de grond twee jaar herstellen. Daarna mochten we officieel ecologische melk verkopen.”

Winkel aan huis De melk en het vlees wordt verkocht aan coöperaties van biologische boeren. Ook heeft Corné een winkel aan huis voor mensen uit de eigen omgeving. “We hebben een melktap, vlees, eieren, aardappelen en groenten, allemaal biologisch natuurlijk. We zijn bezig met de aanleg van een grote bio-moestuin. Dan hebben we straks alles wat je bij de groenteboer ook kunt krijgen.” In de lente is het merendeel van de boeren in de weer met chemische bestrijdingsmiddelen zoals glyfosaat om het akkerland onkruidvrij te maken. Bij de familie Linschoten is dat taboe. Dat geldt ook voor kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. “Wij doen alles biologisch. Bij ons gaat er stromest in de grond. Die halen we uit de stal van onze eigen koeien. Wij scheiden de dikke en de dunne fractie. De koeien staan op stro. Dat gebruiken we als een natuurlijke filter. De gier gaat de put in. De stront blijft hangen in het stro en dat verwerken we in de grond.”

Wormen en kevers Volgens Corné levert dat een gezonde rijke bodem op. “Dankzij die organische meststof is onze grond heel vruchtbaar. Perfect voor de biodiversiteit. Er zit volop leven in de grond. Wormen, kevers, schimmels. Ook droogt de bodem minder snel uit. Zandgrond houdt weinig water vast in vergelijking met kleigrond. Water zakt snel weg. Door organische meststof verbetert de bodemstructuur. Die houdt meer vocht vast.” En hoe zit het met het onkruid? “Daarvoor heb je een goede ploeg nodig. Alle begroeiing moet weg zijn. Doe je het niet diep genoeg dan blijven er altijd plantresten over en dat groeit dan weer aan. Een goede ploeg met voorscharen zorgt ervoor dat het begroeide deel van de grond onder in de voor terechtkomt. Glyfosaat gebruik je omdat je niet goed genoeg hebt geploegd.”

Dag en nacht buiten Ook is het volgens Corné belangrijk om weidegrond goed te beheren. “Je wilt grasland dat dicht begroeid is. Dan is er geen ruimte voor onkruid. Het is hetzelfde met een gazon. Als je dat vaak maait krijgt je een vollere grasmat. Wij zorgen ervoor dat het gras niet te hoog staat, vervolgens eten de koeien het netjes kort af. Zij zijn onze grasmaaiers. Omdat zij het kort houden, krijg je een goede zodenontwikkeling en komt er niks meer doorheen. Er zijn maar weinig planten die ertegen kunnen dat ze steeds kort afgegeten worden. Gras wel. Maar dan moet je het vee wel buiten zetten natuurlijk en niet het hele jaar in de stal. Onze koeien lopen ongeveer negen maanden van het jaar dag en nacht buiten.”

Grootschaligheid Voor een gezonde toekomst van de landbouw moeten we volgens Corné over naar grondgebonden bedrijven. De hoeveelheid koeien en het grondoppervlak zijn dan in balans en er is geen sprake van mestoverschot. “Dan heb je niks meer nodig van buitenaf. Het graan uit Oekraïne is voor een groot deel bestemd voor veevoer. Juist daardoor kunnen we hier in Nederland zoveel vee houden. In mijn ogen te veel vee. Waarom moeten wij de hele wereld van voedsel voorzien? Voer wordt geïmporteerd, onze producten worden weer geëxporteerd. Die grootschaligheid is funest voor alles. Ik ben niet voor minder boeren. Integendeel, ik ben voor meer boeren, maar wel met kleinere kringloopbedrijven. Samen een kringlooplandbouw opbouwen die rekening houdt met de natuur, en ook met onze gezondheid en dierenwelzijn.”

Provincie verbiedt pachters Roundup te gebruiken In de lente kleuren vele akkers weer oranjegeel omdat ze bewerkt zijn met Roundup (glyfosaat) om het onkruid te bestrijden. Het middel is in Nederland niet verboden maar de overheid dringt er bij boeren op aan om niet-chemische bestrijdingsmiddel te gebruiken. De provincie Brabant zet een stap verder en verbiedt pachters van provinciale gronden om het mogelijk kankerverwekkende glyfosaat te gebruiken. De OMWB was als adviseur betrokken bij dit besluit. Ook ziet de OMWB toe of het verbod ook wordt nageleefd.

Meer lezen over het werk van Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant?

Abonneer je op OMWB [in beeld]