[vijf vragen over]
Zorgbedrijven

Odette Verhappen, Brzo-toezichthouder, geeft uitleg.
In het onlangs verschenen Brzo-jaarverslag van de OMWB werden expliciet de bedrijven genoemd met de status ‘zorgbedrijf.’ Maar wat betekent deze term precies en welke rol vervult de OMWB hierbij? Brzo-toezichthouder Odette Verhappen legt het uit.
1. Waar komt de term 'zorgbedrijven' vandaan?
“Het gaat dan om de zorgen die we hebben bij bepaalde Brzo-bedrijven. Het reguliere toezicht en handhaving blijkt bij deze bedrijven om verschillende redenen niet te volstaan. Het is dus niet zo dat we zorgdragen voor deze bedrijven. We maken ons vooral zorgen, en om die reden liggen ze onder een spreekwoordelijk vergrootglas zo lang als het nodig is.”
2. Wat kenmerkt zorgbedrijven?
“Ze kenmerken zich door herhalend overtredingen te maken die raken aan de veiligheidssituatie. Vaak ook gecombineerd met een houding die te denken geeft. Enkel handhaving schiet dan tekort. We merkten jaren geleden dat we bij deze bedrijven extra moeten inzetten. Niet alleen de toezichtslast werd groter, maar ook voelden we de noodzaak om hogere managementlagen en de besturen op de hoogte te brengen van de stand van zaken bij zo’n bedrijf. Die zorgbedrijven vergen extra inzet en dus extra budget. Als het bestuur doordrongen is van de noodzaak hiervan, laat het zich makkelijker regelen. Bovendien is nu de afstemming met de andere ketenpartners (Veiligheidsregio en Arbeidsinspectie) beter bestendigd. We houden elkaar met behulp van een speciale notitie op de hoogte van de laatste inzichten bij het zorgbedrijf. Zo komen we onderling nooit voor verrassingen te staan en voorkomen we ruis op bestuursniveau.”
3. Wanneer krijgt een bedrijf precies de status 'zorgbedrijf'?
“Dat is moeilijk in te kaderen. Een bedrijf met veel overtredingen belandt niet als vanzelfsprekend automatisch op de zorglijst. Een bedrijf met relatief weinig overtredingen kan ook op de zorglijst terechtkomen als de houding niet oké is. Als je bijvoorbeeld jaar na jaar dezelfde overtredingen constateert en de bereidheid er bij een bedrijf dus niet is om te veranderen, dan wordt het wel een casus die we in breder verband moeten bespreken. Als je bij een bezoek ziet dat de aanpassing van procedures dateert van het moment waarop het controlebezoek werd aangekondigd, weet je dat wat je aantreft niet representatief is voor de rest van het jaar. De status ‘zorgbedrijf’ is vaak te herleiden naar het gevoel dat een toezichthouder krijgt bij een inspectie. Weliswaar subjectief maar wel negen van de tien keer héél accuraat. Mits goed onderbouwd natuurlijk.” (tekst gaat verder onder de afbeelding)
4. Hoe gaat de OMWB met zorgbedrijven om?
“Door ze gezamenlijk in het vizier te houden, er met regelmaat aangekondigd en onaangekondigd op controle te gaan en ons bestuur met de directie van het bedrijf te laten praten, willen we een verandering in het bedrijf teweegbrengen. Meer verantwoordelijkheidsbesef creëren bij een bedrijf door ze ook te laten weten dat ze onderaan de lijst bungelen en onze aandacht om die reden krijgen. Niet door enkel te handhaven maar ze ook te bewegen richting verantwoordelijk gedrag. Altijd constructief dus.”
5. Levert de aanpak van zorgbedrijven het gewenste resultaat?
“Het escalerende karakter van de aanpak heeft wel laten zien dat we iets bij bedrijven kunnen veranderen door het intensievere contact. We hebben bedrijven van de lijst ook weer plaats zien maken voor nieuwe, dat blijf je houden. Maar het is geen garantie. Als het hoofd van een bedrijf geen centimeter meegeeft kan de enige échte structurele verbetering pas doorgevoerd worden door zijn opvolger, die vroeg of laat het roer overneemt en een andere, meer verantwoorde koers vaart.”