[IN SAMENWERKING]

Om de uitstoot van Zeer Zorgwekkende Stoffen terug te dringen moeten de vergunningplichtige bedrijven in onze regio zogenaamde vermijdings- en reductieprogramma’s opstellen. ZZS-specialist Mirjam Mulders vertelt wat de OMWB vraagt van bedrijven. Medewerkers van het bedrijf IKO B.V. in Klundert vertellen daarbij hoe ze dit hebben aangepakt.

Mirjam gaf van 2019 tot april 2021 invulling aan de opdracht om bij provinciale bedrijven ZZS en pZZS (potentiële ZZS) te inventariseren. Daaropvolgend zijn de geïnventariseerde bedrijven waar luchtemissies met ZZS vrijkomen aangeschreven om een vermijdings- en reductieprogramma in te dienen. Mirjam licht toe: “Heel concreet staat er dat een bedrijf één keer in de vijf jaar aangeeft wat ze hebben gedaan om ZZS te minimaliseren en welke verdere stappen hiervoor mogelijk zijn. Onderdeel van het vermijdings- en reductieprogramma (V&R) is een plan van aanpak met acties voor de komende periode van 5 jaar. De eerste programma’s moesten op 1 januari 2021 bij ons binnen zijn. Daar moesten we vanaf juli vorig jaar wel met regelmaat achteraan, maar inmiddels zijn we goed op weg.” Terughoudend “We constateren daarbij wel dat geen enkel V&R-programma meteen bij de eerste versie akkoord wordt bevonden”, vervolgt Mirjam. "Vaak zie je dat bedrijven weten wat er in grote lijnen moet veranderen, maar zijn ze terughoudend met een plan van aanpak. Zo’n plan van aanpak verplicht ze namelijk daadwerkelijk invulling te geven aan de verschillende voorgestelde substitutie- of reductiemethoden die mogelijk hun uitwerking hebben op de bedrijfsvoering. Er kan sprake zijn van behoorlijke ingrepen in het productieproces met mogelijke bijbehorende investeringen en dan zie je dat ze terughoudend zijn om zich expliciet te committeren aan die aanpassingen. Ook

denken veel bedrijven al te volstaan met het voldoen aan de bestaande vergunningsvoorschriften en de bijbehorende wettelijke emissiegrenzen voor ZZS. Mogelijk is onvoldoende bekend dat de minimalisatieplicht verder gaat dan de vergunningsvoorschriften en ook als doel heeft innovatie te bevorderen. We verwachten echt een resultaatgericht concreet plan van aanpak. Onze toezichthouders moeten daar jaarlijks of tweejaarlijks concreet op terug kunnen vallen als ze een bezoek brengen aan het bedrijf.” Lucht en water Vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt moeten bedrijven naast emissies naar lucht in een V&R ook inzichtelijk maken welke ZZS-emissies naar het water gaan. Vooralsnog is dat beperkt tot wat de lucht in gaat. "We proberen bedrijven overigens nu al te stimuleren om emissies van ZZS naar water en in afval te inventariseren als ze toch al bezig zijn. Dat moet weliswaar in 2026 opgeleverd worden, maar het kan nooit kwaad om daar nu al op te wijzen. In sommige gevallen kunnen de benodigde aanpassingen om ZZS te vervangen door verantwoorde alternatieven binnen de bedrijfsvoering behoorlijk ingrijpend zijn. Idealiter anticipeert een bedrijf daar tijdig op. Daarop vooruitlopend is het goed om te vermelden dat bedrijven straks geen ZZS mogen vervangen door pZZS."

IKO, een internationaal bedrijf gespecialiseerd in verschillende soorten dakbedekking, onder andere gevestigd in Klundert, ging voortvarend te werk om de aanwezige ZZS binnen het bedrijf terug te dringen. HSE (Health, Safety & Environment)-Coördinator Marc Lauwerijssen en Marco Raeijmaekers van Wematech Milieu Adviseurs vertellen erover.

Marco: “Bij de inventarisatie zijn we eerst begonnen met het beoordelen van alle veiligheidsinformatiebladen. IKO houdt als Brzo-bedrijf namelijk een actueel overzicht bij welke stoffen er in welke hoeveelheden aanwezig zijn. Van alle aanwezige stoffen hebben we beoordeeld in hoeverre er componenten in zitten die behoren tot ZZS of potentiële ZZS. Daaruit ontstond een representatief beeld van de aanwezige ZZS in het bedrijf. Op zo’n moment start er een bewustwordingsproces, waarna er onderling gesprekken zijn gevoerd. Vervolgens zijn we gaan kijken of de stoffen vrij konden komen naar de lucht, de bodem, het afvalwater of als afvalstof. Dat hebben we gepresenteerd aan de OMWB waarna we tot actie over zijn gegaan.”

Stoffen vervangen Marc: "Een aantal siliconensoorten die wij gebruiken voor de productie van onze PIR-schuim isolatieplaten bleken drie ZZS-componenten te bevatten die mogelijk met een percentage van 0,1 tot 1% in onze afvalstromen konden komen.

Die hebben we na afstemming met onze leverancier vervangen door een andere variant. Die leverancier kreeg via andere afnemers natuurlijk met dezelfde vraag te maken en heeft daar zodoende een oplossing voor gevonden. Uiteindelijk hebben ze na verschillende tests een product kunnen realiseren dat zonder ZZS dezelfde kwaliteit wist te behouden. Bio-based polyol Bij het ZZS onderzoek ontdekten we ook dat een type polyol dat we gebruiken in productie een pZZS component bevat. Het is ondanks inspanningen van de leverancier en onze eigen R&D afdeling niet gelukt om die component te vervangen door een niet-ZZS component, maar in de zoektocht naar alternatieven zijn we wel gestuit op een bio-based polyol van een andere leverancier. Deze polyol wordt vervaardigd uit dennennaalden en bevat geen ZZS- of pZZS-componenten. Op dit moment voeren wij testen uit met deze bio-based grondstof.

Viskeus We hebben niet alleen gekeken naar de aanwezigheid van ZZS maar ook de mogelijke verschillende wijzen waarop blootstelling plaats kon vinden in het kader van onze arbeidsomstandigheden", vertelt Marc. Daar bleek bij IKO zo goed als geen sprake van te zijn doordat de stoffen geen ‘vluchtige’ eigenschappen hebben, de stoffen redelijk viskeus (stroperig, red.) zijn en het productieproces grotendeels een gesloten proces vormt.”

"We hebben niet alleen gekeken naar de aanwezigheid van ZZS maar ook de mogelijke verschillende wijzen waarop blootstelling plaats kon vinden in het kader van onze arbeidsomstandigheden." Marc Lauwerijssen HSE-coördinator IKO

"Vervolgens zijn we gaan kijken of de stoffen vrij konden komen naar de lucht, de bodem, het afvalwater of als afvalstof. Dat hebben we gepresenteerd aan de OMWB waarna we tot actie over zijn gegaan." Marco Raeijmaekers Milieu-adviseur

Meer lezen over het werk van Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant?

Abonneer je op OMWB [in beeld]