[vijf vragen over]
Handreiking 'Milieu en het omgevingsplan'

Adviseurs Annelies Soons en Mascha Daamen geven uitleg.
Mascha Daamen, adviseur Ruimtelijke Ordening en Milieu bij de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant en omgevingsadviseur Annelies Soons van Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid zochten de samenwerking op om een handreiking te schrijven die gemeenten moet helpen invulling te geven aan de verschillende milieuaspecten van het Omgevingsplan. Ze vertellen over de totstandkoming en de meerwaarde van het document voor gemeenten.
1. Hoe is de samenwerking tot stand gekomen?
Mascha: “Afzonderlijk bleken we min of meer met dezelfde materie bezig te zijn. In een overkoepelend overleg tussen de verschillende omgevingsdiensten werd duidelijk dat de OZHZ met de grotere context bezig was en de OMWB met de technische verdieping. Die konden zo mooi in elkaar geschoven worden tot één leesbaar geheel. Vanaf dat moment wisten we elkaar te vinden en onze expertise te verenigen.”
2. Wat is de essentie van dit document?
Annelies: “In de huidige bestemmingsplannen staan nauwelijks regels over milieu, zoals geluid, externe veiligheid en geur, omdat die in wetten staan. In de nieuwe situatie onder de Omgevingswet vervallen deze wetten en is er het Besluit Kwaliteit Leefomgeving (BKL), waar in staat wat een gemeente minimaal moet regelen in het Omgevingsplan. De uitwerking daarvan en de dus geldende regels voor inwoners en bedrijven, moet een gemeente zelf maken en die komen dan in het Omgevingsplan. (lees het eerder verschenen artikel over hoe de gemeente Drimmelen voorsorteert op het Omgevingsplan) In de aanloop daar naartoe heeft het Rijk de zogenaamde Bruidsschat gemaakt, maar dat is een kopie van de regels die nu gelden. De regels van het BKL zijn op veel punten anders dan de huidige regels. Het BKL geeft zogenaamde instructieregels voor de gemeente. Daarin staat wat je straks als gemeente moet en mag in het Omgevingsplan. In de handreiking lees je welke milieuregels een gemeente in het omgevingsplan moet en mag opnemen en wat daarbij aandachtspunten zijn. De volgende stap is het, ook op basis van lokaal beleid, daadwerkelijk opstellen van de regels.”
3. Waarom zou een gemeente niet gewoon de Bruidsschat 1-op-1 overnemen?
Mascha: “Daarmee zouden ze voorbij gaan aan de meerwaarde van de Omgevingswet. Heel lang werd gezegd dat milieuregels star zijn. De Omgevingswet maakt het straks mogelijk om milieuregels binnen bepaalde marges te bepalen, veel meer maatwerk dus. Daardoor kan straks veel beter de afweging gemaakt worden wat het best bij die specifieke gemeente past.” Annelies: “Een gemeente heeft weliswaar nog negen jaar de tijd om de bruidsschat aan te passen aan het huidig recht, maar wij zeggen: ‘Als je tijd hebt, kun je beter nu al per onderwerp kijken hoe je vorm gaat geven aan de verschillende regels. We weten allemaal dat de milieukennis in veel gevallen niet meer bij de gemeentes aanwezig is, maar bij de omgevingsdiensten. Zoek ons dus op, en doe dit vooral tijdig.” (tekst gaat verder onder de afbeelding)
4. Wat bieden jullie onze collega’s bij de gemeenten met dit document?
Annelies: “De handreiking kenmerkt zich onder andere door inleidingen met een laagdrempelige en toegankelijk karakter, deze bieden ook voldoende aanknopingspunten voor mensen die niet diep in de materie zitten. Daarnaast een vertaling van de instructieregels van het BKL, die ingaan op wat een gemeente te zijner tijd moet en mag. Ook de instructieregels van de Provinciale Verordeningen van Zuid-Holland en Noord-Brabant hebben we meegenomen. Tot slot hebben we de regels van de Bruidsschat vermeld, deze vergeleken met de regels van het BKL en aan de hand daarvan aandachtspunten geformuleerd voor het opstellen van de regels in het Omgevingsplan. De aandachtspunten vormen de kern van het document.
5. Het is een ‘groeidocument’, zoals ze dit noemen. Wat kunnen we in de toekomst nog verwachten?
Annelies: “De module over ‘trillingen’ wordt nog definitief gemaakt en op een later moment toegevoegd. Mascha: “We willen ook graag ‘externe veiligheid’ en ‘bodem’ er nog aan toevoegen en met die onderwerpen de diepte in gaan. Probleem is alleen dat we geen budget meer hebben om dit te realiseren. Om die reden zou ik graag geïnteresseerden uit willen nodigen voor het bijbehorende programmaonderdeel van OD on tour (hier komt nog een link). We willen dan uitgebreid op dit document ingaan, vragen beantwoorden maar tegelijkertijd ook bij de gemeenten aangeven dat we niet alleen als omgevingsdienst baat hebben bij een zo volledig mogelijk document maar simpelweg alle gemeenten in ons land. Vroeg of laat komen we immers allemaal voor dezelfde keuze te staan als de Omgevingswet in werking treedt. Hoe mooi zou het dan zijn als we gezamenlijk op één naslagwerk terug kunnen vallen en de zorg voor het milieu daarna op eenduidige wijze kunnen borgen?”