Van intenties naar afspraken voor integrale samenwerking
De OMWB neemt de regie om naast de gebruikelijke basistaken (vergunningverlening, toezicht en handhaving) de adviestaken breder in te vullen en zich aan deelnemers als uit huis geplaatste adviesafdeling te laten zien. San Adelaar en Kimmo Hornman bijten daarvoor het spits af en maken momenteel een rondgang op operationeel managementniveau langs gemeenten en provincie om ze bij te praten.
San Adelaar en Kimmo Hornman managen binnen de dienst de zes clusters van van Onderzoek en advies. De adviesrol van de dienst richting gemeenten wordt langzaam maar zeker minder vrijblijvend. Dat is een direct gevolg van de Omgevingswet. Om tot goede wet- en regelgeving te komen is het noodzakelijk dat gemeenten en omgevingsdienst toenadering zoeken. “We willen de banden met de uitvoering aanhalen en gemeenten meenemen in wat de veranderende milieuwet- en regelgeving van ons vraagt”, zegt Kimmo. “Geen enkele gemeente is hetzelfde, en juist dat maakt het complex. Tegelijkertijd sturen we op zo veel mogelijk uniformiteit in milieuregels binnen de omgevingsplannen.”
Omgevingsplan De urgentie is helder, benadrukt San. “Uiterlijk in 2032 moet iedere gemeente een omgevingsplan hebben. Tegelijkertijd zien we dat specialistische milieukennis bij gemeenten steeds verder afneemt. Wie een werkbare en juridisch houdbare set milieuregels wil opstellen, kan niet zonder de expertise van de omgevingsdienst. Daarvoor moeten we nu al samen aan tafel. Daarmee is het zaak dat gemeenten zich daarvan nu al, voor zover mogelijk, bewust zijn en in beweging komen. Bij de meeste gemeenten zijn de RO-afdelingen in de lead voor de totstandkoming van de omgevingsplannen. De Omgevingswet vraagt dat ook milieu aan de voorkant betrokken wordt. Nu zie je dat onderwerpen zoals geluid, licht, trillingen, lucht, geur, bodem, externe veiligheid en water ineens relevanter worden en gemeenten eerder onze kant op kijken. Het zwaartepunt verplaatst zich steeds meer naar ‘milieu’, dat merken gemeenten, en daarin komen Kimmo en ik ze tegemoet. Milieuthema's zijn meer dan ooit relevant, wat dat betreft komt ons bezoek qua timing niet helemaal uit de lucht vallen.”
Kwaliteitscriteria 3.0 Kimmo vertelt dat ze gemeenten in grote lijnen schetsen wat ze te wachten staat. “Soms kunnen we meteen ter zake komen, andere keren is het belangrijk dat we eerst de veranderende rol van de OMWB helder neerzetten. Vervolgens komen de verschillende milieuthema’s uit het omgevingsplan aan bod en gaan we in op de landelijke kwaliteitscriteria 3.0 waar veel gemeenten vaak nog niet aan voldoen. Voor alle VTH-taakvelden en ook de milieuspecialismen zijn de eisen aangescherpt waaraan adviseurs en ook de gemeenten als totaal moeten voldoen. Denk aan thema's als lucht, water, bodem, geluid, externe veiligheid maar ook ruimtelijke ordening. Dat vraagt nu al iets van gemeenten.” In het hart San geeft toe, het geheel is lastig aantrekkelijk te pitchen. “Maar het scheelt dat we ze niks komen verkopen, we zijn immers een gemeenschappelijke regeling en hun milieuafdeling op afstand. Feit is wel dat we iets bij ze onder de aandacht brengen en de implicaties daarvan met elkaar moeten bespreken. We adviseren om de algemene milieuregels gezamenlijk met alle gemeenten eenduidig en uniform in te vullen. Doen ze het toch op hun eigen tempo of eigen manier, dan roepen ze een lappendeken van regels over zich af, met juridische kwetsbaarheden, hogere VTHKA-kosten en algehele onzekerheden. We weten dat milieu een thema is dat bestuurders in het hart raakt. Daarom hechten ze in sommige gevallen zo aan autonomie. Maar de angst dat de OMWB beleid gaat schrijven is ongegrond. We schrijven mee, geven adviezen die terug kunnen komen in het beleid, meer niet. Zo veel mogelijk uniformiteit is het doel en alleen maatwerk waar dat echt nodig is. Als die er is, kunnen wij de benodigde efficiëntie en kwaliteit van VTHKA borgen.”
Ruimtelijke Ordening “We zien nu bij gemeenten al gebeuren dat de milieuregels door ‘RO-mensen’ erbij worden gedaan, omdat zíj daar primair verantwoordelijk worden geacht voor het omgevingsplan”, zegt Kimmo. “Maar ze realiseren zich daarbij onvoldoende dat ze iets aan het maken zijn waar ze onze kennis keihard voor nodig hebben. Soms besteden ze het uit aan adviesbureaus maar die ontberen vaak ook de lokale kennis rondom milieu. San: “Heel simpel. Tot 2013 kwam alles rondom milieu bij een gemeente intern bij de milieucollega terecht. Die maakte vervolgens de overstap naar de omgevingsdienst. Het is dan ook meer dan logisch dat deze taak nu dus bij ons terecht komt, hun eigen milieuafdeling op afstand.”
Handreiking “De Omgevingswet dwingt gemeenten en omgevingsdiensten inniger samen te werken. Als OMWB zien we daarin vooral heel veel nieuwe kansen”, zegt Kimmo. “We krijgen al veel voor elkaar maar met sommige thema’s zijn we als omgevingsdienst nog te verwijderd van de keuzes die in gemeenten worden gemaakt. Een industrieel bedrijf in Moerdijk moet idealiter qua uitstoot dezelfde regels naleven als een vergelijkbaar industrieel bedrijf in Tilburg. Die kant willen we op. Zo creëer je een transparant vestigingsklimaat in de regio en kun je als omgevingsdienst de regels rondom milieu eenduidig houden.” Daar zijn niet alleen bedrijven en overheid mee geholpen. Onderaan de streep biedt samenwerking en uniformiteit de meeste handvatten om tot schone, veilige en duurzame leefomgeving te komen. De OMWB doet daarvoor een handreiking richting alle gemeenten en provincie.
Vooruitblik De OMWB roept de gemeenten op om planning en totstandkoming van het omgevingsplan voor het onderdeel milieu in nauwe samenwerking vorm te geven. Hiervoor levert de dienst in 2026 een standaardset milieuregels op die gemeenten in hun omgevingsplan kunnen verwerken. Vervolgens is het streven om vanaf 2027 het maatwerk samen op te pakken.