[in samenwerking]
GRIP op de situatie
Op 8 april 2025 stegen grote zwarte rookwolken op van het terrein van Shell in Moerdijk. Hulpdiensten waren meteen in de hoogste staat van paraatheid. Gelukkig bleek het een storm in een glas water.
Door een kortdurende stroomstoring trad het veiligheidssysteem in werking. Affakkelen is een onderdeel van dit systeem waarbij overtollig gas op gecontroleerde manier wordt verbrand. Dit proces veroorzaakt grote rookpluimen. Maar wat nou als het wél echt misgaat?

Shell Port of Moerdijk | Danny Cornelissen Foto header: © Port of Moerdijk | Paul Martens

Samenwerken in de Commando Plaats Incident (CoPI)
Gecoördineerd incidenten aanpakken Bij complexe incidenten die buiten de dagelijkse routine vallen en waarbij meerdere hulpdiensten betrokken zijn, treedt een GRIP-situatie in werking. De afkorting staat voor Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure en bestaat uit vijf niveau's.
Bij een GRIP 1-situatie (het laagste niveau) werken de diensten samen op de plaats van het incident. Dat gebeurt in de Commando Plaats Incident (CoPI): een speciaal geprepareerde werkruimte in een container. Bij grotere incidenten is opschalen van het GRIP-niveau mogelijk.
Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
Conrad Kanters werkt als beleidsadviseur crisisbeheersing en vertelt over zijn rol: “Wanneer er sprake is van een GRIP-2 situatie of hoger, komt het Regionaal Operationeel Team (ROT) samen op het Regionaal Crisis Centrum in Bergen op Zoom. Het ROT richt zich met name op de effecten van het incident en stemt de inzet af met de CoPI. Hierbij is het ROT is in de lead.
Zijn er bestuurlijke vraagstukken of moeten er schaarse middelen verdeeld worden? Dan schalen we op naar GRIP 3, 4 of zelfs 5. Met GRIP organiseren we leiding en coördinatie voor het bestrijden van het incident. Daarnaast verzamelen we informatie uit verschillende bronnen en zetten dat in het landelijk crisismanagementsysteem. Verder stemmen we met betrokken partijen af welke informatie we over het incident naar buiten brengen.”
- GRIP 1 Coördinatie op de plaats van het incident in de Commando Plaats Incident (CoPI)
- GRIP 2 Extra crisisteam regionaal aan de slag met gevolgen van het incident
- GRIP 3 Bestuurlijke beslissingen nodig bij de crisisbeheersing
- GRIP 4 De voorzitter van de veiligheidsregio neemt de leiding bij grote rampen
- GRIP 5 Bij rampen en crises met meerdere betrokken veiligheidsregio's vindt afstemming plaats tussen de voorzitters hiervan

Gijs Jan Schüssler - Port of Moerdijk

Lars van Overveld - Gemeente Moerdijk

Kimmo Hornman - OMWB
Port of Moerdijk
Het haven- en industriegebied in Moerdijk werd speciaal ontwikkeld voor bedrijven in de chemische en zware industrie. Daarnaast is de haven de vierde zeehaven van nationaal belang en de tweede containerhaven van Nederland.
Gijs Jan Schüssler werkt als havenmeester en programmamanager Veiligheid bij het havenbedrijf. Hij legt uit wat zijn rol is tijdens een GRIP-situatie: “Als havenmeester schets ik een duidelijk beeld van de situatie op het terrein. Het havenbedrijf is beheerder van het gebied en ondersteunt bij incidenten en calamiteiten bij bijvoorbeeld wegafzettingen en gebieden afsluiten. Dat doen we met alle middelen die we ter beschikking hebben. We treden op als verkeersregelaars, stellen camerabeelden veilig, brengen de scheepvaart op de hoogte en regelen de coördinatie daarvan richting de haven van Rotterdam.
Als havenmeester heb ik daarnaast zelf een formele bevoegdheid en rol bij crises en calamiteiten. Verder werken wij samen met Gemeente Moerdijk, de veiligheidsregio en OMWB intensief aan het beleidsprogramma ‘Port of Moerdijk nóg veiliger om samen met het bedrijfsleven safety en security integraal en continu telkens naar een hoger niveau te brengen.”
Gemeente Moerdijk Lars van Overveld was als officier van dienst Bevolkingszorg aanwezig bij het incident. “Tijdens een stroomuitval kijk ik met de calamiteitencoördinator (CaCo) naar bijzondere objecten in de directe omgeving zoals bijvoorbeeld scholen, ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. Die benaderen we en inventariseren of ze ondersteuning nodig hebben. Verder ontvangen wij als OvD-Bz standaard een melding vanaf ‘middel brand’ en gaan wij standaard ter plaatse vanaf ‘grote brand’. Ter plaatse zijn wij tot aan GRIP 2-incident de leidinggevende op het gebied van taken en functionarissen voor de gemeente.’’
OMWB Kimmo Hornman stond stand-by als manager van dienst (MvD) bij de OMWB. De toenmalig dienstdoende ambtenaar van dienst (AvD) seinde hem in. “Als omgevingsdienst geven we advies over de milieuaspecten rondom het incident. Ook treffen we al voorbereidingen voor de noodzakelijke follow up na het incident. De AvD gaat naar het incident als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag (gemeenten of provincie).
De MvD faciliteert de AvD naar behoefte. De MvD adviseert, biedt steun, organiseert de backoffice, en fungeert als sparringpartner. Soms zijn er specialisten nodig vanuit de OMWB zoals bijvoorbeeld een bodemadviseur of iemand van de meetdienst. De MvD knoopt alle lijntjes aan elkaar en bewaart op afstand het overzicht en houdt contact met collega's binnen de organisatie.
Daarnaast inventariseert en informeert de MvD wie als eerste van het incident moeten weten, bijvoorbeeld collega's, deelnemers, bevoegd gezag en samenwerkingspartners. Soms plaatsen we informatie op de website of linken we communicatieafdelingen aan elkaar, bijvoorbeeld met de provincie bij stankoverlast. Dit alles met als doel dat de AvD diens focus volledig op de plaats incident kan focussen.
Bij GRIP-situaties vindt altijd interne evaluatie plaats via de crisiscoördinator. Dat doen we eventueel ook samen met de veiligheidsregio. Na afloop begeleidt de MvD de overdracht naar de koude fase waarin onder andere de toezichthouder de zaak verder afhandelt.”