"Omgevingsdiensten worden met de dag belangrijker"
Marc Oudenhoven is sinds 1 september één van de gedeputeerden binnen het bestuur van de Provincie Noord-Brabant. Sindsdien maakt hij ook deel uit van het Algemeen en Dagelijks Bestuur van de Omgevingsdienst Midden- en Wet-Brabant. Met ‘Agrarische ontwikkeling’ en ‘Bestuurlijke samenwerking’ in zijn portefeuille zijn er voldoende aanknopingspunten voor een goed gesprek met de voormalig ondernemer uit Vierlingsbeek.
Wat vindt u van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant? “Als lid van het Dagelijks Bestuur van de OMWB zie ik een zeer gestructureerde omgevingsdienst. Een dienst die zich onderscheidt met zijn eigen unieke kennis en expertises. Jullie zijn in meer dan tien jaar ontzettend veelzijdig geworden. Ik weet uit mijn tijd als wethouder nog dat het bij raadsleden voor in de mond ligt om te zeggen dat gemeenschappelijke regelingen, zoals de omgevingsdiensten, veel te veel geld kosten. Tot het moment dat ze daadwerkelijk zien wat een omgevingsdienst allemaal doet. Dan ontstaat er ineens begrip en belangstelling. Zo’n ‘OD on tour’ dat jullie jaarlijks organiseren, opent de ogen bij vele raadsleden. Dat is écht goud.”
Wat zijn volgens u de grootste uitdagingen voor omgevingsdiensten de komende vier jaar? “Omgevingsdiensten worden met de dag belangrijker. Je ziet dat steeds meer vragen, taken en verzoeken bij de omgevingsdiensten worden neergelegd. Dat is helemaal prima, maar om daaraan tegemoet te komen is ook voldoende kennis en capaciteit bij de diensten nodig. Dat lijkt me een grote uitdaging. De behoefte aan robuuste omgevingsdiensten is daarnaast deel van een mooie opgave, zoals ook duidelijk werd in het rapport van de Commissie Van Aartsen. Daarin zijn jullie al goed op weg. Bovenal is het belangrijk dat jullie het milieutoezicht zo efficiënt en effectief mogelijk uitvoeren. Jullie doen dat net als de andere omgevingsdiensten in onze provincie datagedreven, en daar moet wat mij betreft te allen tijde vol op ingezet worden om die meerwaarde te vormen voor een schone, veilige en duurzame leefomgeving.”
U heeft onder andere agrarische ontwikkeling in uw portefeuille. Wat kunnen we daarvan verwachten de komende jaren? “Op het gebied van agrarische ontwikkeling hebben we nu structureel geld beschikbaar om deze sector gezamenlijk verder te verduurzamen. Innovatie, biologische en natuurinclusieve landbouw zijn daar voorbeelden van. Ik wil me er hard voor maken dat de oudere generatie agrariërs wordt opgevolgd door een nieuwe generatie die in deze sector bereid is om te innoveren en een andere vorm van bedrijfsvoering voor ogen staat. Die ondernemers willen we ondersteunen, de weg vrijmaken voor een duurzamere aanpak, onder andere met behulp van cofinanciering en een gezonder verdienmodel qua vraag en aanbod. En op de langere termijn? In het buitengebied en de kleinere dorpskernen van onze provincie zien we er tegelijkertijd ook een onvermijdelijke krimp in de agrarische sector aan komen. Dat vraagt om een plan waar we met het project ‘Vitaal Platteland’ invulling aan gaan geven. Een gezonde, groene en goed bereikbare omgeving is essentieel om deze delen van onze provincie toekomstbestendig te maken en te houden.” Waarin kunnen mensen uw signatuur herkennen op het gebied van samenwerking? “Ik wil altijd dóór, ben pragmatisch ingesteld. Dat kan niet altijd, dat weet ik, maar dat is wel wat ik vanuit mijn achtergrond als ondernemer met mij meedraag. Ik zie mijzelf daarnaast als een verbinder. Ik zoek naar de overeenkomsten als er een geschil is dat opgelost moet worden. Je zult mij er ook niet op betrappen dat ik namens de Provincie met het wijzende vingertje wel eens even zal vertellen hoe het moet gaan. We doen het gezamenlijk, dat is voor mij altijd het vertrekpunt.”