[in samenwerking]
Veel pachtgronden gaan ‘op slot’
Grote agrarische percelen grond in Brabant gaan ‘op slot’. Het gebruik wordt ingrijpend beperkt omdat het om grond gaat die met knolcyperus is besmet. Ook pachtgrond van de provincie is getroffen. Zo is er in het glastuinbouwgebied bij Deurne sprake van een ernstige situatie.
In totaal heeft de provincie ongeveer 3.000 hectare aan grond verpacht. Aan deze pacht zijn voorwaarden verbonden. Hiermee stimuleert de provincie de bodem- en waterkwaliteit en de biodiversiteit. Die regels zijn heel specifiek. Denk aan maai- en mestregels, het verbod op het gebruik van glyfosaat (Roundup) en ook teeltverboden, bijvoorbeeld voor de bol- en knolgewassen waaronder lelies en gladiolen. Voor percelen die besmet zijn geraakt met de knolcyperus gelden aangescherpte teeltverboden, mede op aangeven van het NAK (Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen). Zonder extra maatregelen kunnen stukken land in korte tijd volledig overwoekerd raken met de knolcyperus. De extra maatregelen zorgen ervoor dat het plantje weer verdwijnt. Buiten beeld Voor het toezicht op de naleving van de pachtvoorwaarden heeft de provincie de omgevingsdiensten ingeschakeld. De OMWB voert een paar keer per jaar controlerondes uit. “Het gaat om vele percelen verspreid door heel Brabant. Het is ondoenlijk om continu in de gaten te houden wat er op elk perceel gebeurt. Dan zouden we overal eigen mannetjes moeten neerzetten”, zegt Piet Heesters, toezichthouder provinciale pachtgronden bij de OMWB. Hij vertelt over één voorval waarbij de toezichthouder op slinkse wijze om de tuin werd geleid. “Aan de rand van het perceel stonden een paar rijen mais, terwijl daarachter hele andere gewassen werden geteeld.” Gelukkig blijkt dat de meeste pachters zich keurig houden aan de pachtvoorwaarden. Onwetendheid In veel gevallen is de overtreding van de pachtvoorwaarden een gevolg van onwetendheid, stelt Piet. “De ene boer laat een andere boer de grond in onderpacht gebruiken. Ze komen een bedrag overeen en that’s it. Wat er wel en niet mag, daar hebben ze het verder niet over. En dat kan hele kwalijke gevolgen hebben die heel Brabant kunnen treffen. Die pachtvoorwaarden zijn er niet voor niks. Het is echt een maatschappelijk probleem. Krijg je op een stuk grond exoten als de knolcyperus, dan kom je er niet gemakkelijk van af. Ze verspreiden zich bovendien heel gemakkelijk. Via de wielen van een tractor en landbouwwerktuigen bijvoorbeeld kunnen deze woekerplanten zich naar andere percelen verspreiden, dichtbij of een heel eind verderop.” Verantwoordelijkheidsgevoel De provincie neemt het probleem hoog op en maakt zich grote zorgen. Om extra aandacht te vestigen op het gevaar van dit uitheemse knolgewas organiseren de provincie en de OMWB komend jaar een informatiemiddag voor het glastuingebouwgebied in Deurne. Karin Versluis van de afdeling pacht & beheer: “Als provincie kunnen we dit probleem niet alleen oplossen. Dat moet samen met andere grondeigenaren gebeuren. Dus samen met gemeenten, waterschappen en natuurlijk samen met de boeren. Het enkel uitdelen van sancties is niet de oplossing en willen we juist voorkomen. We willen de boeren aanspreken op hun verantwoordelijkheidsgevoel en hen duidelijk maken hoe gevaarlijk de knolcyperus is en welke consequenties dat kan hebben voor hun eigen grond, de grond van de buurman of de grond van de verpachter.” (tekst gaat verder onder de foto)
Op de foto van links naar rechts: Corné Huijben, Karin Versluis en Piet Heesters bij een depot in Hooge en Lage Mierde waar grond, die besmet is met knolcyperus, is opgeslagen. Er zijn zogeheten herbi-korrels aan de grond toegevoegd om de exoot in de grond kapot te krijgen. Als dat lukt wordt de behandelde grond voor niet-agrarische doeleinden weer in gebruik genomen.
Drempel Volgens Karin ervaren enkele boeren een drempel om een geconstateerde besmetting van knolcyperus, waar dan ook, te melden. “Het levert veel gedoe op, overlast en eventuele teeltverboden. Bovendien is niet iedereen bekend met het exotische plantje.” Agrarische adviseur van de provincie Noord-Brabant Corné Huijben is direct betrokken bij de bestrijding van de knolcyperus. Samen met de OMWB zoekt hij naar de meest effectieve en pragmatische methode om de knolcyperus te bestrijden. “Het antwoord hebben we nog niet gevonden. Momenteel experimenteren we met het afgraven van besmette grond. Dat gaat naar een depot waar we korrels toevoegen om de activiteit van een bepaalde bacterie te stimuleren. De grond dekken we zo goed mogelijk zuurstofvrij af. De bacterie zal op zoek gaan naar zuurstof. Die vindt het onder meer in het knolletje van de knolcyperus die daardoor kapotgaat.” Volgens Corné een kostbare methode die op grote schaal onbetaalbaar is. Alternatieven zijn: het thermisch reinigen van de grond of de grond onder stroom zetten (lees het eerder verschenen artikel over het OD on tour-onderdeel waarin een demonstratie van deze methode werd gegeven).
Onschuldig knolletje, catastrofale gevolgen Het knolletje van de knolcyperus is maar iets groter dan een speldenknop. Het ziet er onschuldig uit maar eenmaal uitgezaaid kan het hele percelen landbouwgrond compleet overwoekeren. De kleine knolletjes kunnen zich snel vermeerderen en laten zich gemakkelijk verspreiden. Denk aan tractoren en landbouwmachines die van het ene veld naar het andere gaan. Hygiënemaatregelen zijn daardoor erg belangrijk. Een oplossing is om de machines bij het verlaten van het besmette perceel eerst grondig te reinigen voordat ze op weg gaan naar het volgende perceel.